Het is 10 juli als ik dit schrijf. Ik bevind mij in een hotelkamer in Phnom Penh, de hoofdstad van Cambodja. Boven mij draait een ventilator rondjes en zorgt voor net genoeg verfrissing in het immer warme Cambodjaanse klimaat. Het geluid van de ventilator wordt overstemd door de muziek die van buiten komt. Onze kamer bevindt zich aan de achterkant van het gebouw – thank god – maar op het binnenpleintje naast het gebouw staat een tent en speelt er muziek. Geen feestje zoals we vreesden, zo blijkt later, maar onderdeel van de rouwperiode nadat een buurvrouw is overleden.
Phnom Penh is één van de snelst ontwikkelende steden uit deze regio en ik las heel uiteenlopende reviews over de stad. Ik begrijp ondertussen waarom. De eerste kennismaking met Phnom Penh is namelijk heftig.
Wij maakten net een korte wandeling en die was interessant maar verder ook een pure aanslag op mijn zintuigen. Het verkeer hier is waanzinnig. Phnom Penh heeft duidelijk niet de infrastructuur die een stad van deze afmetingen nodig heeft. Wij wandelden door wat waarschijnlijk een normale avondspits is. Ik zag nog nooit zoveel scooters, brommers, moto- remorques (tuktuks), auto’s,.. bij elkaar, en vooral door mekaar rijden. De straat oversteken lijkt onbegonnen werk. De geur van uitlaatgassen is alom aanwezig.
Vonden we eindelijk een straat met minder gemotoriseerd verkeer, bleek die uit te komen op een overvolle markt. Alweer interessant, maar ook alweer een hoop geuren en indrukken te verwerken, sommige best aangenaam (de kramen met groenten en fruit), anderen veel minder (die met vlees en vis).
Ik had het eigenlijk kunnen weten. In onze reisgids staat letterlijk ‘Cambodia’s capital can be an assault on the senses. Motorbikes whiz through laneways without a thought for pedestrians; markets exude pungent scents; and all the while the sounds of life – of commerce, of survival – reverberate through the streets’. Maar soms besef ik pas wat dat betekent als ik er zelf middenin zit.
Enkele dagen later herlees ik wat ik op die eerste avond in Phnom Penh schreef en merk ik dat het went, dat ik twee dagen later een manier heb gevonden om de drukte van deze stad een plaats te geven. Al ben ik ook wel blij als we nog een dag later in Trat staan, een Thais stadje dat na Phnom Penh zo rustig lijkt dat ik bijna niet weet wat me overkomt.
En terwijl ik door de straten van Phnom Penh wandel klinkt in mijn hoofd het refrein van een song uit de jaren tachtig: ‘Senses working overtime’. Kent iemand deze nog?
Het nummer ken ik niet, maar bij het gevoel kan ik me iets voorstellen. Ik weet niet of het iets voor mij zou zijn, zo’n drukke stad in de vochtige hitte dan nog.
Ik kan me perfect voorstellen dat sommige mensen Phnom Penh liever overslaan. Zelf ben ik wel blij dat we er geweest zijn, maar ik hoef ook niet perse snel terug :-).