Vorige week lazen jullie hier al over mijn eerste muzikale invloeden. Vandaag is het tijd voor deel 2. We beginnen in de vroege jaren ’90.
They Might Be Giants – Birdhouse in your soul
1991 was het jaar waarin ik 17 werd en niet mijn beste jaar. Ik werd de eerste helft van dat jaar geveld door een mysterieus virus. Ik was doodmoe van de kleinste inspanning en het grootste deel van de tijd tot zeer weinig in staat. Geen dokter kon me vertellen wat er precies aan de hand was en wanneer ik weer beter zou zijn. Ik miste meer dan drie maanden school. Het lukte me nog net om de examens op het einde van mijn vijfde middelbaar af te leggen en daarvoor te slagen. Daarna was ik officieel genezen maar het gebrek aan energie en vooral het gebrek aan vertrouwen in mijn lichaam bleven nog een hele tijd aanwezig. Maar gelukkig was er muziek. They Might Be Giants hadden kort voordien een radiohit met birdhouse in your soul. Ik kan het nog steeds meezingen. Ik begrijp nog steeds de helft van de tekst niet (het nummer gaat over een nachtlampje in de vorm van een kanarie maar zelfs als je dat weet lijkt de helft van de tekst onzin). TMBG waren voor velen een one hit wonder maar niet voor mijn broer en mij. Wij kochten namelijk niet alleen het album met deze song erop, maar ook hun vorige en de drie volgende. Ik luister er nog maar zelden naar maar kocht wel een ticket voor hun concert in Antwerpen later dit jaar. Benieuwd!
Fischer-Z – Destination Paradise
Ik was in de vroege jaren ’90 nogal into festivals. Het was een tijd waarin meerdaagse festivals nog niet in de mode waren, maar we hadden wel het geluk dat er in die tijd veel gratis festivals werden georganiseerd. Mijn broer, met wie ik mijn muzieksmaak deelde, was drie jaar ouder dan ik en had toen dus al een rijbewijs. In onze kindertijd was het wel eens anders maar in die periode kwamen we goed overeen, dus mocht ik meestal met hem mee. Lucky me :-). Ik ging uiteraard in gepaste outfit en wat ik droeg geeft ook wel een beetje een idee van mijn muzieksmaak en van welke concerten er indruk maakten. Er was een zwart Midnight Oil T-shirt met de bliksemschicht van op de hoes van ‘blue sky mining’ en het kale hoofd van zanger Peter Garrett (Rock Werchter – 1990). Er was het T-shirt met de getekende boot van de hoes van Destination Paradise van Fischer-Z (Suikerrock – 1993). Verder uiteraard ook een Elvis Costello-shirt (Beach Festival Zeebrugge – 1994) en nog eentje van R.E.M. (Rock Werchter – 1995).
Naast de Belgische groepen die op vele podia stonden zal Fischer-Z de groep/artiest zijn die ik het vaakst live zag. Frontman John Watts was/is zo’n enthousiaste performer dat ik hem maar niet beu werd. Ik vond helaas geen goede opnames van een concert, dus jullie moeten het doen met de muziek zonder (bewegend) beeld.
Nirvana – Polly
Ik was 19 toen Kurt Cobain in 1994 een einde maakte aan zijn leven. Ik herinner mij nog waar ik stond toen ik dat nieuws hoorde. Ik zat in mijn tweede kandidatuur en was op dat moment thuis om te studeren voor mijn paasexamens. Ik zou die avond vroeg gaan slapen, maar was zo aangeslagen dat ik tot laat in de nacht naar Nirvana-muziek heb zitten luisteren.
Suzanne Vega – Blood makes noise
Ik studeerde in Leuven en zat er op kot. Ik kijk met gemengde gevoelens terug op mijn studententijd. Er waren leuke momenten en ik leerde mezelf beter kennen. Maar achteraf heb ik het gevoel dat ik die jaren teveel heb ondergaan en te weinig echt mijn eigen ding deed. Op mijn kot stond bijna altijd muziek op, op de achtergrond terwijl ik studeerde of op de voorgrond als ik met mijn hoofdtelefoon op op bed lag. Ik had tijdens mijn examens een ritueel: ik koos elke examenperiode één liedje dat ik nog even opzette voor ik naar het examen vertrok, één nummer om het studeren af te sluiten en me in examenstemming te brengen. Dat was tijdens minstens één examenperiode deze Blood makes noise van Suzanne Vega. Suzanne Vega was (en is misschien nog steeds) één van mijn favoriete artiestes. Niet per se haar beste nummer, maar het brengt me wel nog altijd terug naar mijn studentenjaren.
Fouls Garden – Lemon Tree
Na het laatste jaar van mijn studies ging ik samen met een vriendin vier weken rondtrekken in Mexico. Mijn eerste reis buiten Europa, mijn eerste reis van meer dan twee weken, en mijn eerste reis als backpacker. Ik ontdekte dat dat mijn ding wel was, het zou niet de laatste lange en verre reis zijn. Het was 1997, Lemon Tree van Fouls Garden dateert van 1995 maar wij hoorden het in Mexico voortdurend. Het werd het nummer dat ik voor altijd met die reis zou gaan associëren.
Winter – Tori Amos
In 1997 studeerde ik af en begon ik te werken. Ik kocht een degelijke muziekinstallatie voor mijn kleine appartementje in Antwerpen en verbreedde mijn muzieksmaak. Ook het idee dat ik zelf een instrument wou kunnen bespelen dook opnieuw op. In mijn kindertijd volgde ik twee jaar notenleer en een jaar pianoles maar daar was het bij gebleven. Ik wou pianospelen opnieuw een kans geven en kocht een eenvoudig keyboard en een boek met de partituren van Tori Amos’ album Little earthquakes. Het werd geen succesverhaal, het keyboard heeft vooral veel stof vergaard tot ik het een paar jaar geleden naar de kringloopwinkel heb gebracht. Niet het bekendste nummer van het album, maar het was toch dit nummer dat ik het liefst van al wilde leren spelen.
Tracy Chapman – Talkin’ Bout a Revolution
Ik heb jaren veel naar Studio Brussel geluisterd, maar na verloop van tijd werd de liefde wat minder en werd Radio 1 mijn favoriete radiozender. Op TV keek ik dan weer graag naar ‘Later… with Jools Holland’, een muziekprogramma op BBC in een gigantische studio, met zowel gevestigde waarden als nieuwe artiesten die er spelen voor een live-publiek. Tussendoor zijn er wat interviews door presentator/pianist Jools Holland. Een fijn programma, dat onlangs zijn 25-jarige jubileum vierde. Ik zag bijlange niet alle afleveringen maar tussen wat ik zag zaten veel mooie dingen. Tracy Chapman bijvoorbeeld.
Dolly Parton – Working 9 to 5
1999 was het jaar waarin ik 25 werd. Muziek was ook in dat jaar erg aanwezig. Zelfs op het werk, waar ik tijdens de middagpauzes samen met een collega naar muziek zat te luisteren die we afwisselend meebrachten. De collega in kwestie was ouder als ik en was toen in mijn ogen een soort van Mr Perfect, compleet out-of-my-league en niet beschikbaar. Perfect voor een onschuldige hopeloze crush dus. Tot hij plots wel beschikbaar bleek en de crush nog wel wederzijds bleek ook. Iets wat zo totaal niet in mijn versie van de werkelijkheid paste dat ik er helemaal van in de war geraakte. Wij waren even een koppel maar dat duurde niet lang.
Tegen dan was ik van werk veranderd. Op die tweede job had ik net als bij de eerste het gevoel dat er iets ontbrak, al kon ik niet goed benoemen wat dat dan precies was. Alhoewel ik het werkende leven in eerste instantie een verbetering had gevonden ten opzichte van het leven als student begon de sleur van de 9 to 5 job na een tijdje toch wel wat te wegen. Het zou pas echt onhoudbaar worden bij job nummer drie, maar zover zijn we nog niet. Wordt vervolgd. Het derde en laatste deel van dit overzicht is voor komende vrijdag.
Zo fijn om te lezen, deze berichten! Van deze reeks ken ik een pak minder nummers, maar ooooh, Winter van Tori Amos! Dat blijf ik fantastisch mooi vinden!
En een examennummer dat had ik ook 🙂 Een extra lang nummer dat ik altijd gebruikte tijdens mijn korte pauzes: muziek vollenbak en dan efkes op bed (in de winter) of het gazon (in de zomer) ploffen. 10 à 15 minuten later was ik weer klaar om verder te doen 🙂
Ja, heerlijk he, Winter van Tori Amos! Leuk te lezen dat ik niet de enige was die examennummers had om zich op te peppen bij het studeren.
Wat een leuke invalshoek om op die manier je leven de revue te laten passeren. De meeste van deze songs ken ik en zo niet, dan toch de uitvoerders. De tijd van gratis festivals heb ik ook nog gekend (zij het wel in een andere tijdspanne). Tracy Chapman heb ik destijds live aan het werk gezien op Werchter en Suzanne Vega, die heb ik toen ook grijs gedraaid.