Operatie ‘Greet ruimt haar fotoalbums op’ verloopt vlot. Ik heb al een hele stapel onscherpe, onderbelichte of weinigzeggende foto’s weggegooid. Dat betekent dat er weer genoeg materiaal is voor een volgende Terugblik op Donderdag.
Deze keer nam ik het fotoalbum van een reis naar New York onder handen. Ik had in juni 2001 twee weken vakantie, alweer tussen twee jobs in (één van de voordelen van al eens van werk veranderen :-)). Ik vond een goedkope vlucht naar New York en ging dus citytrippen in the Big Apple. En wat een geweldige citytrip werd dat. (Of het wel verantwoord is om voor een weekje de oceaan over te vliegen en of ik dat nu nog zou doen, dat is een andere discussie.)
Iets meer dan twee maanden na mijn bezoek vlogen er twee vliegtuigen in de WTC-torens. Dat ik daar zo kort voordien nog had gestaan en naar boven had gekeken en dat die torens zo gigantisch hadden geleken, maakte dat die aanslag extra veel indruk op me maakte. Toen ik later mijn foto’s herbekeek viel het op hoe vaak de twee torens van het WTC er op te zien waren, hoe anders de stad op korte tijd was geworden.
Wat ik heb onthouden van die reis:
- De herkenbaarheid. Als je zoals ik bent opgegroeid met Amerikaanse series en films, waarvan er dan nog eens een groot deel zich afspelen in New York, voelt een bezoek als thuiskomen.
- De drukte en hoe alles beweegt en bruist. Je went eraan, maar toen ik na terugkomst door Antwerpen (waar ik woonde) wandelde voelde dat aan als een dorp.
- Een avond standup comedy in een club in Greenwich Village.
- De ferry naar Staten Island, nog steeds gratis en een leuke manier om New York vanop het water te zien en langs het Vrijheidsbeeld te varen. En bij uitbreiding: de nabijheid van water. Steden die aan een rivier, zee of meer geleden zijn hebben voor mij altijd een streepje voor. Het geeft zoveel extra ruimte en rust. Manhattan wordt omgeven door water, dus veraf is het nooit.
- Wolkenkrabbers. Wij staan hier in Europa vaak wat weigerachtig tegenover echte hoogbouw, maar ik vond ze indrukwekkend, die gigantische gebouwen. Voor mij met voorsprong de mooiste: the Chrysler Building.
- Central park, veel groter dan ik had verwacht.
- De musea. The Metropolitan (het grootste), het Guggenheim museum (architecturaal het mooiste) en het MoMa (Museum Of Modern Art-
de mooiste collectie). - Wandelen door de stad. De metro werkt prima om te geraken waar je wil zijn, en ik heb daar ook gretig gebruik van gemaakt, maar al wandelend leer je een stad pas echt kennen. En uiteindelijk bleken veel afstanden in Manhattan te voet perfect doenbaar.
- De locatie van mijn hostel in Chelsea. Ik heb even moeten zoeken maar ik heb het zelfs nog teruggevonden: Chelsea International Hostel. De gedeelde kamers waren spartaans ingericht maar zo centraal in Manhattan kunnen logeren was super.





Ooh, de Sterrennacht, die zou ik ook graag eens in het echt zien!
Straf inderdaad ook op die ene foto hoe hard de Twins er bovenuit steken.
En helemaal akkoord wat betreft steden aan het water 🙂 Waar ik nu woon, heb ik een rivier vlakbij en dat is zo tof. Het is ook een van de redenen dat ik Zürich zo’n zalige stad vind: een meer en twee rivieren en in allemaal volop mogelijkheden om te plonzen en zwemmen. Heerlijk!
Waar ik nu woon heb ik geen rivier (bedacht ik mij onlangs) maar ik ben opgegroeid in een wijk aan een rivier die twee keer uit haar oevers is getreden, een dreiging en tegelijk had de rivier in rustiger tijden iets geruststellends, dat gekabbel, daarlangs wandelen kon mij zo dikwijls tot rust brengen. En ik moet altijd langs water om naar mijn werk te fietsen. En op vakantie in de Alpen is er ook bijna altijd een rivier in het dorpje; binnenkort zie ik zo de Naviscence terug (want ja ik ben zo iemand die ook onthoud hoe die kleine riviertjes heten haha). En steden met water hebben dus idd een streepje voor: Sevilla, Lissabon, Antwerpen, Leuven, ze kunnen mij allemaal krijgen <3