Ik heb lange tijd gedacht dat lopen niets voor mij was. Maar die mening heb ik moeten herzien, toen bleek dat ik er toch wel plezier uit kon halen en er niet per se mijn knieën mee kapot zou lopen (zoals ik ooit wel dacht).
Eigenlijk is lopen als sportieve hobby voor mij quasi ideaal: je kan het eender wanneer en eender waar doen, je hebt er niet veel materiaal voor nodig, je kan met relatief weinig tijd toch je conditie onderhouden (niet onbelangrijk), en het is ook nog goedkoop.
Overtuigd ben ik dus al. Maar toch lukt het me niet om dat lopen lang vol te houden. Ik denk dat ik daarvoor een (haalbaar) doel nodig heb. Ik had al wel eens eerder een doel, 10 kilometer lopen in een redelijke tijd, maar zover ben ik nooit geraakt. Ik ga wat minder ambitieus zijn deze keer.

Toen de echtgenoot vorig jaar twee keer meedeed met een loopevent kwam de vraag of ik zelf ook niet zou meedoen. Ik zou dat namelijk wel eens willen doen: een urban trail of eens meedoen met de 10 miles of zo. Op die vraag of ik ook zou meedoen formuleerde ik voor mijzelf het volgende antwoord ‘Eerst zorgen dat ik wat sneller kan lopen, anders ga ik mijzelf belachelijk maken’.
Terwijl hij aan het lopen was stond ik te kijken naar de lopers die voorbijkwamen. Snelle en trage. Mensen waarvan ik me afvroeg of ze even traag of toch iets sneller waren dan ik. Er is geen milliseconde geweest waarop ik wat die mensen deden belachelijk vond, ik kon alleen maar bewonderen dat ze meededen. Maar als ik dat zelf zou doen dan zou dat belachelijk zijn en een halve ramp om als laatste te eindigen. Er klopte iets niet aan mijn manier van denken en dat wist ik ook wel.
Vorige week keek ik naar ‘The Call to Courage‘ van Brené Brown en wist ik het: ik loop binnen een paar maanden een 5-kilometerloop en ik ga trots zijn op mezelf. Ik ga mij voorbereiden en meedoen. (Niet misschien, eventueel, als het uitkomt. Ik ga gewoon meedoen. Punt.) Ik hoop ergens bij de middenmoot aan te komen, maar al kom ik met afscheiding als allerlaatste aan, dan nog ga ik daar trots op zijn.
Succes!
Dankjewel!
Een heel mooi voornemen! Succes.
Dankjewel!
’t Zal nog niet zijn dat je daar trots op zou mogen zijn, want je hebt het dan toch maar mooi gedaan! (zegt zij die al twee keer laatste en meerdere keren bij de laatsten eindigde 😉 ). Uiteindelijk is het een uitdaging voor jezelf en gaat het om het verleggen van je eigen grenzen, niet om waar anderen de hunne leggen. Veel succes!
Je hebt natuurlijk helemaal gelijk, en toch blijft het een work in progress om op die manier te denken over mijn sportieve prestaties. Er is een tijd geweest dat ik liefst ging lopen als het donker was, zodat niemand (ikzelf inbegrepen) kon zien hoe traag ik liep :-), Daar ben ik gelukkig overheen geraakt.